Heidelbergse Catechismus Zondag 36
Vraag en antwoord 99
Vr. Wat wil het derde gebod?
Antw. Dat wij niet alleen met vloeken of met valsen eed,
maar ook met onnodig zweren, den Naam Gods niet lasteren noch misbruiken,
noch ons met ons stilzwijgen en toezien zulke schrikkelijke zonden deelachtig maken;
en in het kort,
dat wij den heiligen Naam Gods anders niet dan met vreze en eerbied gebruiken,
opdat Hij van ons recht beleden, aangeroepen,
en in al onze woorden en werken geprezen worde.
Heidelbergse Catechismus Zondag 37
Vraag en antwoord 101
Vr. Maar mag men ook godzaliglijk bij den Naam Gods een eed zweren?
Antw. Ja, als het de overheid van haar onderdanen,
of anderszins ook de nood vordert,
om trouw en waarheid daardoor te bevestigen,
en dat tot Gods eer en des naasten heil;
want zulk eedzweren is in Gods Woord gegrond,
en daarom ook van de heiligen in het Oude en Nieuwe Testament recht gebruikt geweest.
Heidelbergse Catechismus Zondag 37
Vraag en antwoord 102
Vr. Mag men ook bij de heiligen, of bij enige andere schepselen een eed zweren?
Antw. Neen; want een rechten eed zweren is God aanroepen,
dat Hij, als Die alleen het hart kent,
der waarheid getuigenis wil geven, en mij straffe,
indien ik valselijk zweer;
welke eer aan geen schepsel toebehoort.
Негізгі бет Ds. A. Simons | Heidelbergse Catechismus Zondag 36&37 | Het derde gebod |
Пікірлер: 2