Op 17 juli 1970 wordt, op last van de Nederlandse regering, besloten de wagonfabriek Werkspoor Utrecht te sluiten. Werkspoor N.V., de verkorte en later de officiële handelsnaam van de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel, was een Nederlandse machinefabriek, bekend door onder meer (scheeps)stoommachines, motoren en rollend materieel. Het bedrijf is in 1828 opgericht door Paul van Vlissingen (1797-1876) en Abraham Dudok van Heel (1802-1873) met steun van koning Willem I. Het bedrijf, oorspronkelijk gevestigd in Amsterdam (Oostenburg), was al opgericht in 1826 door Paul van Vlissingen als een reparatiewerkplaats voor stoommachines voor de Amsterdamse Stoombootmaatschappij, waarvan hij mede-oprichter was. In 1827 werd een voormalige rokerij van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie gehuurd om uit te breiden. Nadat Abraham Dudok van Heel in 1828 compagnon was geworden, kreeg het bedrijf de naam 'Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen, onder de firma Van Vlissingen & Dudok van Heel.
Omstreeks 1850 was Werkspoor de grootste machinefabriek van Nederland. Het bedrijf telde toen circa 1.000 werknemers. Men vervaardigde er onder meer stoommachines, stoomketels en machinerieën voor de suikerindustrie, en van 1843 tot 1846 ook enkele stoomlocomotieven. In deze periode werd aan de fabriek het predicaat Koninklijk verleend. Het bedrijf was mede afhankelijk van regeringsorders. In 1871 werd de onderneming gereorganiseerd, omdat men in financiële problemen was geraakt bij de bouw van de Moerdijkbrug. Het nieuwe bedrijf, een naamloze vennootschap, kreeg de naam 'Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen'. Rond 1890 kwam ook dit bedrijf in moeilijkheden. Het werd vanaf 1891 voortgezet met financiële hulp van de machinefabriek Stork als 'Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en spoorwegmaterieel'.
In de eerste jaren na de bevrijding had Werkspoor veel werk aan het herstel van beschadigd Nederlands spoor- en tramwegmaterieel. Ook werden ten behoeve van de Nederlandse Spoorwegen vele locomotieven, spoorwegrijtuigen en treinstellen gebouwd. Deze orders moesten in veel gevallen gedeeld worden met de andere Nederlandse spoorwegindustrieën Beijnes en Allan. Door de onafhankelijkheid van Indonesië was Nederlands-Indië als afzetgebied voor het rollend materieel van Werkspoor weggevallen, maar wel werd in 1951, mede dankzij de internationale contacten van prins Bernhard, een grote order verworven uit Argentinië ter waarde van 225 miljoen gulden. Met het uitvoeren hiervan was zeven jaar gemoeid, waartoe het fabriekspersoneel werd uitgebreid van 2000 naar 5000 man.
In 1954 fuseerde het bedrijf met Stork en bleef het bestaan als onderdeel van de Verenigde Machinefabrieken Stork-Werkspoor (VMF).
Rond 1968 had Werkspoor zoveel orders (onder meer voor de bouw van de NS-treinstellen Plan V en een grote serie Amsterdamse trams), dat werk werd uitbesteed aan de Duitse fabrikant Düwag. Desondanks had de afdeling rollend materieel (Rolma) weinig toekomstperspectief, omdat het bedrijf na het aflopen van de Argentijnse order alleen aan de Nederlandse markt leverde. De directie heeft de afdeling Rolma in 1972 gesloten. Treinstel 840 van de NS is het laatste gebouwde rollend materieel (afgeleverd in 1972).
In 1989 werd Stork-Werkspoor overgenomen door het Finse concern Wärtsilä. [Bron: Wikipedia]
In de collectie van het Historisch Centrum Overijssel (HCO) bevinden zich meerdere films over Stork Werkspoor Diesel (SWD), zoals de Zwolse vestiging van het bedrijf bekend stond. Deze film is getiteld ‘Wij leveren kracht’ en stamt uit midden jaren ’70.
Негізгі бет Спорт Wij leveren kracht, ca. 1975 (BB02477)
Пікірлер: 4