Op 12 september vieren we in de Kerk de gedachtenis van de Naam van Maria.
Het is een oud feest. Paus Innocentius XI voerde dit feest in als dankbetuiging naar Moeder Maria. Aanleiding daarvoor was de overwinning die de Poolse koning Jan Sobieski had behaald op de Turken, op 12 september 1683. Vóór de Slag van Wenen had de koning zijn troepen onder de bescherming van Maria geplaatst.
Als een kind hulp nodig heeft, roept het bijna spontaan om de hulp en de nabijheid van moeder. En zo doen vele christenen het naar Moeder Maria. Het is niet zomaar een vroom gebaar. Jezus heeft op het kruis Zijn moeder aan Zijn leerlingen gegeven toen Hij tot de apostel Johannes zei: “Ziedaar uw moeder” en tot Moeder Maria zei Jezus: “Ziedaar uw zoon”. Wij, als leerlingen van Jezus, mogen “Moeder” zeggen tegen Jezus’ Moeder Maria en Moeder Maria is naar Jezus’Woord een Moeder voor al Zijn leerlingen. Door de eeuwen heen hebben christenen in zovele omstandigheden de naam van hun Moeder Maria aangeroepen en haar machtige voorspraak bij haar Zoon ook effectief ervaren.
De gedachtenis van de Naam van Maria is een oproep van de Kerk naar alle christenen: durf te vragen, durf Moeder om hulp te vragen en ze zal ten beste spreken en helpen, ontelbaren hebben het al ervaren…
Het gebed van de Kerk op 12 september vat de betekenis van het aanroepen van de Naam van Maria mooi samen: “Almachtige God, wij vragen U: geef dat de heilige Maagd Maria voor allen die haar heerlijke naam prijzen, de weldaden verkrijgt van uw barmhartigheid. Door onze Heer Jezus Christus Uw Zoon die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door de eeuwen der eeuwen. Amen.”
In Vlaanderen kennen wij een mooi oud lied wat bezingt de hulp en de sterkte en de kracht die men van de Heer ontvangt als men de naam van Moeder Maria aanroept:
Er is een naam, zo lief en zacht, als sterrenglans bij heldere nacht, in ’s hemels blauwe velden…
Een naam die in mijn droef gemoed een geurige balsem dalen doet.
Die naam, die naam, die naam zo zoet. Een engel kwam op aard hem melden: Maria.
Er is een naam, zo schitterd schoon, als ’t zonnevuur in prachtvertoon, dat bliksemt gouden stralen…
Een naam die steeds verrukt, bekoort, wiens glans me diep door ’t harte boort,.
Die naam, uw naam, die prijkt en gloort, verrukkend ook in ’s hemels zalen: Maria.
Er is een naam, die sidderen doet het duivelenheer, die ’t hels gebroed in de afgrond neer komt donderen…
Een naam, mijn kracht in felle strijd, die ik als mijn leuze roep wijd en zijn.
Die naam, uw naam, die ons bevrijdt van satans juk, verricht nog wonderen: Maria.
Негізгі бет De naam van Maria
Пікірлер: 5